Het is een betoog dat eigenlijk niet nodig zou moeten zijn: kinderen moeten voldoende veilige ruimte hebben om te kunnen spelen, te ontdekken en leeftijdgenoten met een andere achtergrond tegen te komen. Maar de druk op de openbare ruimte in de immer populaire stad houdt onverminderd aan. Volgens Lia Karsten en Naomi Felder, die samen met boek De nieuwe generatie Stadskinderen schreven, dreigen kinderen steeds vaker restplekken toegewezen te krijgen of, volgende de auteurs, te specifieke plekken zoals speeltuinen. Karsten en Felder pleiten op basis van hun onderzoek voor meer vrije ruimte waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. Zij komen daarbij ook met praktische voorstellen waar stedenbouwers hun voordeel mee kunnen doen. Voor Het Parool interviewde ik beide auteurs.